De gevaren van internet

 

 

Met internet kan je fantastische dingen doen: je kunt contact maken met de hele wereld, informatie vinden, muziek, spelletjes en video downloaden, tweedehands spullen kopen, chatten, e-mailen, cursussen doen, adressen vinden en nog veel meer.

Maar er zijn ook risico’s!

 

Virussen

Via internet kunnen virussen binnenkomen op je computer. Sommige virussen maken je computer kapot of langzaam. Andere virussen geven criminelen de kans persoonlijke informatie van je te stelen: bv. wachtwoorden, bankrekeningnummers, creditcardnummers enz. Met je bankrekening of creditcardnummer kunnen ze dan dure spullen kopen op jouw rekening.

Er zijn ook virussen die je computer gebruiken om illegale of criminele dingen te doen. Één voorbeeld daarvan is ‘spam’: illegale reclame die naar zoveel mogelijk adressen gestuurd wordt. Maar zulke virussen kunnen ook inbreken op computers van bedrijven en geld of informatie stelen of veel schade maken. Virussen kunnen dus heel gevaarlijk zijn!

 

Virusscanners

Wil je geen virussen binnenkrijgen op je computer? Koop dan een goede Virusscanner! De bekendste Virusscanners zijn Norton en McAfee. Als je zo’n programma koopt, krijg je ook een abonnement. Bijna elke dag komen er namelijk nieuwe virussen. Norton of McAfee maakt dan nieuwe anti-virus-programma’s en stuurt ze automatisch naar je computer. Zo is je computer ook in de toekomst veilig tegen virussen.Kijk op www.norton.com en www.mcafeeprotection.com/nl. Er zijn ook gratis virusscanners: bv. Avast!, AVG en Microsoft Security Essentials. Kijk voor meer informatie op: www.gratissoftware.nu.

Met een Virusscanner kan je ook controleren of er echt geen virussen op je computer staan. Dat heet een virusscan. Doet je computer vreemd? Doe dan zo’n virusscan. Maar je kunt zo’n scan het beste ook vaker doen, b.v. een keer per maand. Klik op het icoontje rechtsonder op je scherm (Norton heeft een geel icoontje, McAfee een rood en blauw icoontje) en klik op ‘Nu scannen’.

 

Wachtwoorden

Op internet gebruik je vaak een wachtwoord, bv. voor je e-mail. Maar je hebt ook een wachtwoord als je een internet-bankrekening hebt. Of als je DigID gebruikt. DigID gebruik je bv. als je belastingaangifte doet, als je verhuist of als je een uitkering of officiële papieren aanvraagt. Zorg goed dat niemand je wachtwoorden te weten kan komen:

-           Gebruik een goede Virusscanner.

-           Gebruik niet voor alle dingen hetzelfde wachtwoord. Bedenk verschillende wachtwoorden voor je mail, voor de bank en voor je DigID.

-           Leg je wachtwoorden niet bij de computer, maar op een geheime plaats.

-           Geef nooit je wachtwoord aan anderen! Zeggen mensen dat ze van de bank of van een andere organisatie zijn en je wachtwoord moeten weten? Geloof ze niet! Wachtwoorden zijn geheim en niemand mag ze vragen.

 

Internet-bankieren

Heb je een internet-bankrekening? Controleer dan altijd deze dingen:

- Staat je virusscanner aan? (Dat kan je zien aan het icoontje rechtsonder op het scherm)

- Begint het internet-adres met ‘https’ en is de naam van de bank goed geschreven?

- Controleer vaak je rekening: klopt alles? Wordt er geen geld afgeschreven zonder dat jij weet waarom, of wie dat geld krijgt?

Wil je meer weten over veilig internet-bankieren? Klik dan hier.

 

Kinderen en internet

Kinderen weten vaak veel meer van internet dan hun ouders. Voor hun is internetten net zo normaal als bv. televisiekijken. Meestal gaat alles ook goed, en zijn er geen echte problemen. Maar op internet staan ook veel dingen die niet goed voor kinderen zijn. Sommige dingen zijn zelfs gevaarlijk! Zo is op internet veel seks te vinden, en ook kinderporno: sex van volwassenen met kinderen. Ook is er veel geweld te zien: bv. mensen die vermoord worden of foto’s met veel bloed. Er zijn ook radicale islamitische websites. Die sites proberen jongeren soms zover te krijgen dat ze gaan vechten in een ander land.

Veel kinderen chatten elke dag via internet: ze ‘praten’ met elkaar, soms ook met een webcam. Ze denken er vaak niet aan dat ook andere mensen alles kunnen lezen. Die mensen kunnen zelfs alles opslaan, ook dingen die eigenlijk niemand zou moeten weten. Ook weet je op internet niet altijd met wie je chat: je denkt bv. dat je chat met een kind, maar het kan een volwassene zijn. Die volwassenen gebruiken soms privé-informatie om kinderen te bedreigen: “Als je niet doet wat ik zeg, maak ik alles bekend wat je verteld hebt!” Soms worden kinderen zo bang dat ze gekke dingen gaan doen, b.v. hun kleren uittrekken voor de webcam.

Sommige kinderen worden op internet gepest door andere kinderen, of ze pesten zelf. Weer andere kinderen raken verslaafd aan chatten: ze kunnen niet meer stoppen.

 

Wat kan je doen om je kinderen te beschermen tegen de gevaren van internet?

Praat met je kinderen over de risico’s. Leg ze uit dat niets op internet privé is. Andere mensen kunnen altijd zien wat je zegt, schrijft of laat zien (met de webcam). Leg ze ook uit dat ze niet zomaar onbekenden kunnen vertrouwen. Als iemand zegt dat ze b.v. een meisje van 10 jaar is, kan het ook een man van 40 zijn.

Probeer een goed idee te krijgen van wat je kind doet op internet. En ook met wie je kind allemaal contact heeft op internet. Probeer ook duidelijk te maken dat je er bent om je kind te helpen. Zeg je kind dat het altijd naar je toe kan komen als er iets vervelends gebeurt op internet.

Maak je je toch zorgen en wil je advies? Praat er dan eens over op de school van je kind. Of ga naar een opvoedwinkel of een opvoedsteunpunt. Met Google kan je vast wel het adres vinden van zo’n organisatie bij jou in de buurt!

 

Filters

Er zijn ook filters voor internet. Die filters ‘blokkeren’ websites met bv. seks of geweld: die sites kan je kind dan niet meer zien. Er zijn ook filters tegen de gevaren van chatten. Je kind kan dan niet zomaar met onbekende mensen chatten, maar moet eerst aan jou vragen of dat mag.  Een bekende gratis filter is van Microsoft Internet Explorer. Wil je misschien die filter gebruiken? Klik dan hier en lees de informatie.

 

Terug naar de startpagina